Programma Onderhoud Openbare Buitenruimte
We merken dat de kosten voor klein en groot onderhoud de afgelopen jaren zijn opgelopen. Diemen groeit, dus er is steeds meer te onderhouden en de marktprijzen voor materialen en uitvoering zijn gestegen. We hebben de situatie de afgelopen periode nauwkeurig in beeld gebracht. In 2025 verwachten we voor klein onderhoud een tekort van ongeveer € 240.000 per jaar. Voor 2026 en verder verwachten we een tekort van ongeveer € 460.000. Voor groot onderhoud verwachten we dat de bedragen die we daar nu ieder jaar voor opzij zetten (de dotaties aan de voorzieningen groot onderhoud) op termijn niet meer toereikend zijn om het groot onderhoud mee te betalen. Die (dreigende) tekorten vragen om een oplossing.
In 2025 hebben de ambtelijke organisatie, het college, de gemeenteraad en inwoners daarom samengewerkt aan vernieuwd, integraal beleid voor het onderhoud van de openbare buitenruimte. We brengen kwaliteit en budget daarbij meer in balans. Het resultaat hiervan brengen we samen in het programma onderhoud openbare buitenruimte. Dit programma is de opvolger van het kwaliteitsplan én het programma groot onderhoud.
Tegelijkertijd verandert de manier waarop we groot onderhoud bekostigen. Vanaf 2027 stoppen we met de dotaties aan de voorzieningen groot onderhoud (€ 2,9 miljoen per jaar). De lopende projecten betalen we nog met het geld uit de voorzieningen. Voor nieuwe projecten vragen we een investering aan in het Meerjareninvesteringsplan. We gaan dus niet meer vooraf sparen, maar afschrijven op investeringen voor groot onderhoud. De gemeenteraad kan dus voortaan jaarlijks sturen op de investeringen die we aanvragen.
Ook bij het nieuwe beleid verwachten we een tekort voor klein onderhoud. We kunnen dit tekort dichten binnen de bestaande begroting. Dat komt omdat we bij de herberekening van de kosten voor het groot onderhoud de kosten van interne projectleiders hebben meegenomen. Dat betekent dat we de salarislasten van interne projectleiders kunnen betalen vanuit de voorzieningen, en later vanuit de investeringen. Met deze wijziging komt er in de exploitatie ruimte vrij. Daardoor hoeven we geen extra geld aan te vragen, maar ook niet in te leveren op de kwaliteit van het klein onderhoud.