Indexering belastingen en tarieven
Voorstel is de belastingenontvangsten net als de prijzen te indexeren met 2,1%.
Uitzondering hierop is de indexering van het tarief onroerend zaakbelasting voor woningen. Over de afgelopen jaren heeft een stevige inflatie plaatsgevonden. De inflatie is niet meegenomen in de indexering van het OZB-tarief. In 2025 hebben we daar voor het eerst een inhaalslag gemaakt. Ook voor 2026 stellen wij voor deze inhaalslag door te zetten. Dit doen we alleen voor het OZB-tarief voor woningen. Het OZB-tarief voor woningen behoort nog steeds binnen de top 20 van laagste tarieven van alle gemeenten.
Het voorstel is om het OZB-tarief voor niet-woningen met 2,1% te indexeren. Verhoudingsgewijs is het tarief niet-woningen al hoger dan het artikel 12 tarief. Ook in verhouding met andere gemeenten is ons tarief voor niet-woningen bovengemiddeld.
Indexering belastingen | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|
OZB woningen (5,0%) | 240 | 240 | 240 | 240 |
OZB niet-woningen (2,1%) | 90 | 90 | 90 | 90 |
Overige belastingen (2,1%) | 15 | 15 | 15 | 15 |
Totaal Indexering belastingen | 345 | 345 | 345 | 345 |
Kostendekkende tarieven
In het laatste kwartaal van 2025 staat de vaststeling van de geactualiseerde nota lokale heffingen gepland. In de nota lokale heffingen leggen we de uitgangspunten voor de tariefstelling van tarieven en belastingen vast. We verwerken hierbij de uitkomsten van het onderzoek naar de kostendekkendheid en de besluitvorming van deze Kadernota en de mogelijk ingezette besparings- en ombuigingsmaatregelen.